Jachthaven ‘De Werf’

Jachthaven ‘De Werf’

“Er ligt hier van alles aan, van gewone passanten tot vaste gasten, uit binnen- en buitenland. Vaak willen ze bij ‘de Werf’ liggen, omdat ze hiervan kinds af aan al komen. Er zijn wereldwijd maar weinig havens waar je midden in de stad kunt aanleggen en Goes is daar één van!”

Meerdere keren hebben we staan te kijken vanaf de andere kant van het water tussen de flats door: de historische jachthaven ‘de Werf’ gelegen achter de ringbrug. “Dit verborgen plekje laten we nog een keertje zien”, zeiden we tegen elkaar. ‘Dat keertje’ kwam maar niet. Tot we hier de Goese stadsgidsjes afleveren en vol bewondering om ons heen kijken: niets is minder waar, wat een bijzondere plek! Een tafel vol met koffiedrinkende mannen kijkt ons aan en we raken aan de praat. Een afspraak om terug te komen is snel gemaakt.

Het is nog vroeg in de zonnige ochtend als Olaf Mastenbroek, de voorzitter van watersportvereniging ‘de Werf’, ons op de jachthaven ontvangt. Hier en daar is er al bedrijvigheid op de haven: gasten die hun boot ‘vaarklaar’ maken, de havenmeester die een rondje doet, maar ook bij de werfschuur wordt al geklust aan een mast die op een boot moet worden gezet. “Er is hier altijd wel iemand van onze leden aanwezig”, vertelt Olaf. “Traditiegetrouw wordt er elke dag om 10.30 uur koffiegedronken, met meestal vijf tot tien man. Alles wordt zelf gedaan van renovatie tot schoonmaak. Onze vereniging heeft ongeveer 100 leden en samen houden we de haven met haar 40 ligplaatsen in stand. Sommige leden komen hier al veertig jaar. De passie voor de watersport is wat we delen.”

Voordat Olaf ons rondleidt, neemt hij ons mee de historie in. “In 1700 was hier een natuurlijke kreek, de toegang naar de zee. Schepen voeren hier zo Goes in en uit. Er was geen kade, alleen modder.” Olaf wijst naar het torentje op het terrein: “Rond 1900 lag achter het torentje een werfhelling, hier werden schepen gebouwd en onderhouden in de werf. Er is nog een foto van Izak, de bekende havenmeester, toen hij voorin de jaren ’30 als jongen van 14-15 jaar met zijn roeibootje op de werfhelling staat.” Izak is havenmeester geworden bij ‘de Werf’ en bleef dat tot hij is overleden. Hij woonde in het huisje in de bossen bij de werf. “Izak staat karakteristiek voor de werf en de sfeer van al die jaren toen hij hier havenmeester was. Iedereen kenden hem.” In 1948 hebben de Notabelen van Goes officieel een watersportvereniging opgezet, vanaf die tijd bestaat de ‘kom’ en is de vereniging gegroeid en de tradities voortgezet. Iedereen die lid werd van de vereniging deed als vrijwilliger zijn bijdrage. En dat leeft nog steeds voort. “Wat je hier om je heen ziet, is allemaal door onze mensen zelf gemaakt.”

Van oorsprong een échte mannenclub, eigenlijk een soort gilde. Tegenwoordig is er ook een grote groep vrouwen, die intensief meewerken aan het onderhoud, aanleg en organiseren van de werkzaamheden.” Iedere zaterdagochtend in de winter is het een drukte van jewelste op ‘de Werf’. “In weer en wind lopen hier 20-25 leden om gezamenlijk te klussen: vrijwilligers in de rol van hoveniers, loodgieters, timmerlieden, elektriciens, het is minstens zo gezellig als in de zomer. De tuin wordt onderhouden en er wordt nagedacht over nieuwe beplanting, er wordt geschilderd en gebouwd. Het werk van al die jaren door mensenhanden gebouwd, wordt op deze wijze in stijl en gevoel in ere gehouden.”

Olaf leidt ons rond en verteld de verhalen van toen en nu. We beginnen bij de kantine, waar de gasten zelf hun consumpties kunnen pakken uit ‘het luik’ en betalen in een potje. We lopen langs het oude huis van de havenmeester, de speeltuin en de grote klusschuur. Het oude torentje in het midden van de haven functioneert nu als toilet. We genieten van alle oude acquisities uit het verleden: scheepskisten, oude masten, ankers her en der, de grote scheepsbel, bankjes met spreuken bekend van de zeevaart, een oud werkplateau in het water en twee bakens die groen en rood licht schijnen. “Niet meer functioneel, maar wel grappig!” Zo neemt iedereen wel eens wat mee dat hier past of bedenken ze hoe ze samen oude dingen weer kunnen renoveren of vernieuwen. “Neem nu deze oude mast, die heeft niet lang meer. We gaan op zoek naar geschikt hout dat op traditionele wijze een jaar in het water ligt en dan bewerkt wordt in de werfschuur om straks als nieuwe mast te dienen. Door onszelf gemaakt, net als vroeger!”

Het is net voor het ronde uur en de eerste boten liggen te wachten voor de brug om Goes uit te varen. De havenmeester van die dag staat aan de kade toe te zien of alles op rolletjes verloopt. “Onze leden hebben allemaal havendienst, gemiddeld vier keer per jaar. Dan ontvang je gasten, schrijft ze in en voorziet ze van informatie. Iedereen moet dus weten hoe alles hier reilt en zeilt. En…zolang we kunnen gaat alles hier voorlopig op papier, ook de administratie. Het enige ‘moderne’ hier is een pinautomaat”, lacht Olaf.

Wat deze jachthaven uniek maakt? “De sfeer die hier heerst, de oase van rust tussen de gebouwen van de stad, is wat maakt dat mensen van ver nog steeds hier komen. Daar staan we bekend om. Belangrijk is de gezelligheid van het bij elkaar komen om zo samen de traditie van deze jachthaven voort te kunnen zetten!”

Meer info over de jachthaven: https://jachthavendewerf.nl