HUIS HOOPE
Naar aanleiding van de video die Bas Neels voor ons gemaakt heeft, vertellen we de komende tijd wat meer over een aantal historische gebouwen in Goes. Vandaag meer over Huis Hoope aan de mooie binnenstad haven, J.A. van der Goeskade nr. 69.
Via Frank de Klerk, onze stadsarchivaris kwamen we terecht bij Henk de Kunder. “Henk is bouwhistoricus en secretaris van de Stichting Maatschappelijke Belangen, tot en met 2015 bekend als de Goese monumentenstichting, die in het pand gehuisvest zat. Als iemand veel van het pand weet, is hij het!” Wij ontmoetten Henk, helaas wel online, en hij vertelt ons alles wat hij na onderzoek te weten is gekomen over dit bijzondere pand, dat ook wel het ‘Brugwachtershuis’ wordt genoemd. “Mijn onderzoek is nog niet afgerond, er zitten nog een aantal vraagtekens in het verhaal. Zodra ik deze heb kunnen achterhalen… of niet… dan zou een publicatie een mooie afronding zijn.”
In 1651 werd een verzoek aan de stad Goes gericht om een huis te mogen bouwen, net ten noorden van de Sint Maartenspoort. De Goese haven stond toen nog in open verbinding met de Oosterschelde. De te bouwen woning zou komen op een bijzondere plaats aan een waterkerende dijk, de kade, en naast de stadspoort. Er vlak achter lag de stadsgracht. “Vermoedelijk is het Jan Hodsen uit Middelburg die het pand heeft gebouwd”, vertelt Henk, ”en de rijk geornamenteerde gevel mogelijk als uiting van zijn ambacht heeft geëtaleerd. Ik hoop dit in de toekomst nog te kunnen bevestigen.” Het pand is wellicht gebouwd voor de in 1650 opgerichte ‘Noordsche Compagnie’. De Noordsche Compagnie, een maatschappij van 14 aandeelhouders, bracht twee schepen in de vaart: de Goes en de Hoope. Het hoofddoel was het varen naar Scandinavië voor voornamelijk de houthandel. Een bijproduct was waarschijnlijk walvisvet. “Schipper Joost Janssen en Pieter Moes kregen als eerste een vrijstelling van de stad voor de ligging van hun schepen in de net nieuw gegraven haven. Huis Hoope werd gebouwd als compagnieskantoor. De Goese Stadsvlag, met een waarde van 5 ‘pond vlaams’, kreeg men cadeau van de stad.”
Henk vertelt ons over de classicistische stijl waarin de eerste huizen in Zeeland werden gebouwd halverwege de 17e eeuw, vaak voorzien van opvallende pilasters, platte zuilen, tegen de voorgevels eindigend, in het geval van Huis Hoope in fantasie kapitelen oftewel kopstukken. In Goes zijn er nog twee gebouwen waar deze pilasters in de gevels aanwezig zijn: Huis Borssele aan de Grote Markt 34, het Soep’uus aan de Kleine Kade 43, waar de pilasters vermoedelijk een latere toevoeging zijn.
“De aangebouwde traptoren bij Huis Hoope en de beeldnis boven de voordeur zijn opmerkelijk en roepen vraagtekens op. Traptorens werden tot in de 16de eeuw toegepast, maar zeldzaam in de 17de eeuw. En dat er ooit een beeld in de nis heeft gestaan is voor die tijd van bouw ook niet aannemelijk.” We worden overstelpt met allemaal bouwhistorische weetjes: over kruisvensters, enkelvoudige balklagen en zandstenen blokken, over de originele pompbak in het pand, de als hardsteen ‘gecamoufleerde’ originele zandstenen deuromlijsting, de stevige bouw en nog veel meer… Behalve de ramen bleef de zeldzaam goed bewaarde 17de -eeuwse gevel met prachtige details, vier eeuwen grotendeels onaangepast.
De Noordsche compagnie heeft niet lang bestaan, dankzij onderzoek zijn de opeenvolgende eigenaren van Huis Hoope over de eeuwen wel bekend. “Wat we weten is dat van begin 18e eeuw tot begin 19de eeuw er een zeilmakerij in zat en dat de gemeente in 1863 het huis kocht voor 1391 gulden om het voor 2 gulden per week te verhuren aan de brugwachter. Die woonde aan de J.A. van der Goeskade nr. 75, recht tegenover de St. Maartensbrug, maar zijn huis werd voor afbraak verkocht.” Vanaf die tijd tot 1939 is het in gebruik geweest als de brugwachterswoning en stond zo bekend in Goes en omstreken. In 1939 werd de ijzeren draaibrug vervangen door een vaste brug vanwege het toenemende autoverkeer. Tot zijn dood heeft de brugwachter nog in Huis Hoope gewoond.
“Op een afbeelding van 1890 hangt een bordje met het woord DREG In de beeldnis boven de voordeur. Dit om te laten weten dat er een enterhaak met touw aanwezig was om drenkelingen uit de haven te redden. Later hing er een reddingsboei op de rechter pilaster.”
Tussen 1913 -1916 vond de eerste restauratie van het pand plaats. Tijdens de eerste wereldoorlog werden er Belgische oorlogsvluchtelingen opgevangen en gedurende de tweede wereldoorlog huisde in het pand de luchtbeschermingsdienst. “Twee gas- en scherfwerende deuren werden er in de kelder aangebracht, één is er nog altijd aanwezig.”
In 1963 werd de kap vernieuwd en werd het pand verhuurd aan de ‘Bescherming Bevolking’, een organisatie die werd opgericht om de bevolking in tijd van oorlog te kunnen beschermen.” In 1985 kwam het pand in het bezit van Stichting Maatschappelijk Belangen, die het pand verder restaureerde en gebruikte als kantoor. Eind 2017 is het rijksmonument voor het symbolische bedrag van 1 euro overgedragen aan de monumentenorganisatie Vereniging Hendrick de Keyser. Zij zorgen ervoor dat de toekomst van het pand wordt veiliggesteld.
“Maandelijks houdt het bestuur van de Stichting Maatschappelijk Belangen hier nog steeds hun vergaderingen in de bestuurskamer en als het mogelijk is worden er op open monumentendag rondleidingen gegeven.”
Jammer was het dat Henk niet in het pand zijn verhaal aan ons heeft kunnen doen. Maar zoals wel vaker voorkomt als wij een rondje stad doen, hadden wij een toevallige ontmoeting. Op weg naar de St. Maartensbrug zien we de buurman van Huis Hoope het pand binnenlopen, hij huurt daar een kantoor. We raken aan de praat en Alex de Putter is zo vriendelijk om ons spontaan een rondleiding te geven in het statige gebouw. De woorden van Henk worden aan beeld toegevoegd…
Dank je wel voor alle informatie, Henk!